De voetganger in ons mobiliteitssysteem

Lopen is een belangrijk onderdeel van ons mobiliteitssyteem. Bijna iedereen loopt elke dag, al is het maar een stukje. Meestal zijn het korte afstanden, maar lopen is ook van belang bij het afleggen van grotere afstanden. De meeste mensen lopen namelijk van en naar haltes van openbaar vervoer. 

Het Kennis Instituut voor Mobiliteitsbeleid wilde graag weten wat de rol is van de voetganger in het mobiliteitssysteem van Nederland. Molster Stedenbouw voerde een literatuuronderzoek uit en schreef er een rapport over. Dit staat boordevol informatie over lopen. Wie loopt, hoe ver en waarheen? Op welke plekken wordt meer gelopen dan op andere? Welke oorzaken zijn hiervoor aan te wijzen? Wat zijn de voordelen van lopen? Welke trends spelen een rol? Wat voor beleid is er op het gebied van lopen? Ook komen acceptabele loopafstanden aan de orde en de manier waarop mensen beslissen om al of niet te gaan lopen.

 

Het KiM gebruikte de literatuurstudie onder andere als basis voor eigen publicaties, waaronder Fietsen en Lopen, de smeerolie van onze mobiliteit en de brochure Loopfeiten

De belangrijkste conclusies van het rapport op een rij: 

  • De rol van de voetganger in het mobiliteitssysteem van Nederland is onderbelicht. Voetgangers blijven mogelijk onder de radar omdat voetgangersverplaatsingen slecht worden geregistreerd in zowel mobiliteitsstatistieken als ongevallenstatistieken.
  • De beperkte aandacht voor voetgangers is door deze onderschatting begrijpelijk, maar niet slim, gezien de vele voordelen die lopen biedt. De voordelen van lopen spelen op zeer verschillende beleidsterreinen. Naast mobiliteit en milieu ook op het gebied van wonen, economie en (fysieke en mentale) gezondheid.
  • In Nederland is er weinig beleid gericht op voetgangers en zeker niet op hogere schaalniveaus. Gemeenten geven aan dat zij behoefte hebben aan meer data en beleidskaders.
  • Er is onduidelijkheid over hoe ver men bereid is te lopen naar verschillende voorzieningen, wat van belang is voor de spreiding van functies, zoals elektrische laadpalen, haltes en winkels.
  • Het meest bepalend voor het aantal verplaatsingen te voet zijn socio-economische factoren (zoals leeftijd, geslacht, inkomen, etniciteit). De afgelegde afstand wordt juist vooral bepaald door ruimtelijke kenmerken. Lopen naar een specifiek doel wordt bevorderd door een gespreide aanwezigheid van voorzieningen en een logische structuur van de looproutes. Bij het wandelen (zonder praktisch motief) wordt het loopgedrag vooral beïnvloed door comfort en aantrekkelijkheid van looproutes.
  • Het is aannemelijk dat ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking er niet zelfstandig met de auto op uit kan. Zij zijn aangewezen op de fiets of zij lopen, al of niet in combinatie met ov.
  • Een stijging van het aantal verplaatsingen te voet is te verwachten als onderdeel van een multimodale reis. Daarnaast lijkt zich een trend af te tekenen naar minder doelmatig lopen en juist meer recreatief lopen.
Vragen of wilt u ook onderzoek laten uitvoeren?